Wstaw prawidłowo odmieniony czasownik:
- voldoen ………… je kaart aan onderstaande kenmerken?
- kunnen Je ……………. maximaal drie keer per jaar online je geld terugvragen.
- hebben …………….. je niet in- of uitgecheckt?
- zijn Het saldo ……….. soms niet actueel.
- kunnen Hoe ……………. dit?
- vinden Waar ….. …… ik een servicepunt?
- storten Wij …………….. het saldo van je oude kaart binnen 15 dagen op je bankrekening.
- blokkeren Wij ………….. je kaart. zijn Anonieme
- kaarten ……………. niet beschermd tegen misbruik.
- blokkeren De medewerker ……………. je kaart.