ĆWICZENIE 18: CZASOWNIKI POSIŁKOWE 6 KOMEN

Wstaw prawidłowo odmieniony czasownik: komen

  1. Wanneer …………….. we aan?
  2. Jij ……………… ze zo ophalen. 
  3. Mijn ouders ……………….. me ophalen.
  4. Ik …………… je afhalen.
  5. Zij ………….. hier niet logeren.
  6. Hij …………….. uw dochter helpen.
  7. Ik …………….. vandaag dit doen.
  8. U………………. spelen.
  9. Patryk ………………… het eten klaarmaken.
  10. Ik ………………. morgen bij je eten.
  11. Wie ………………… me helpen?
  12. Waarom ……………. hij niet dancen?
reklama

Dodaj komentarz

Twój adres e-mail nie zostanie opublikowany. Wymagane pola są oznaczone *