Odmień prawidłowo czasowniki:
- zijn Gelukkig …………..ze zo gewoon gebleven.
- hebben ………… je de kinderen wel opgehaald?
- zijn Piotr …………..naar de stad geweest.
- hebben Ik ……….. enorm genoten van onze lunch samen.
- hebben Ik ……………..haar opgehaald.
- zijn Samen ……………we in het park geweest.
- zijn Tijdens het eindexamen …………..de docent Frans over een stoelpoot gestruikeld!
- hebben Wie …………..nu eigenlijk tegen wie geschreeuwd?
- hebben Het …………… erg veel pijn gedaan.
- zijn Rondom Utrecht ………… allerlei nieuwe wegen aangelegd.
- zijn Tijdens hun eerste date …………. Marcin tegen een lantaarnpaal gebotst.
- zijn Na die botsing ………… Marek gewoon doorgelopen.
- zijn Ik ……………. gisteren gevallen.
- hebben Dus ik ………….. hem daarvoor bedankt.
- zijn Wat ………………. er vorige daggebeurd?
- zijn …………. Laura er vorige les wel geweest?
- hebben Ik ………………. erg veel thee gedronken.
- zijn Ik ………….. nogal gefrustreerd door al die nieuwe maatregelen.
reklama
Super ze zaczeliscie dodawac cwiczenia. Fajnie ze mozna dodatkow pocwiczyc. Tak trzymac!
Dziękujemy za komentarz. Postanowiliśmy nieco urozmaicić poniedziałkowe wpisy. Cieszymy się bardzo że przypadły go gustu 🙂 Pozdrawiamy!