Uzupełnij poniższe zdania, prawidłowo odmieniając czasownik:
1 Noemen Mijn vrienden ………………me Mini.
2 Bedoelen Wat ……………….. je precies?
3 Fietsen Hij ………………….. van Amsterdam naar Utrecht
4 Noemen Wij ………………. hem Patryk.
5 Fietsen als je ……………….. ?!
6 Bouwen Robert ………………. een huis.
7 Trouwen Wij …………………. op zaterdag .
8 Huilen Veel mensen ……………………. tijdens grote gebeurtenissen.
Powodzenia
TEAM LEKCJA HOLENDERSKIEGO
reklama
Poniżej odpowiedzi:
1 Mijn vrienden noemen me Mini.
2 Wat bedoel je precies?
3 Hij fietst van Amsterdam naar Utrecht.
4 Wij noemen hem Patryk.
5 als je fietst?!
6 Robert bouwt een huis.
7 Wij trouwen op zaterdag .
8 Veel mensen huilen tijdens grote gebeurtenissen.