ŁAMACZE 5

1 Er schreed een snip over ‘t schip, die sneed met zijn bek ‘t spek van ‘t spit. Wie zag er ooit een snip schrijden en met zijn bek ‘t spek van ‘t spit snijden, zoals deze snip deed, die over het schip schreed en met zijn bek ‘t spek van ‘t spit sneed.

 

2 Er waren eens twee nachtwachten, een voor-middernacht-nachtwacht en een na-middernacht-nachtwacht. De voor-middernacht-nachtwacht zei tegen de na-middernacht-nachtwacht: “Als jij de voor-middernacht-nachtwacht waakt, waak ik de na-middernacht-nachtwacht.” “oke” zei de na-middernacht-nachtwacht tegen de voor-middernacht-nachtwacht “Ik waak de voor-middernacht-nachtwacht en dan waak jij de na-middernacht-nachtwacht.” Zo kwam het dat de voor-middernacht-nachtwacht de na-middernacht-nachtwacht waakte en de na-middernacht-nachtwacht de voor-middernacht-nachtwacht waakte.

 

3 Er was eens een meisje, dat heette Barbara. Barbara had een groentenwinkel en verkocht rabarber. Daarom noemden alle mensen dat meisje: Rabarberbarbara. Later begon Barbara een cafe met een bar. Op het raam stond: Rabarberbarbarabar. Daar kwamen wilde mannen op bezoek, echte barbaren: de Rabarberbarbarabarbarbaren. O, wat hadden die mannen lange baarden! Die baarden noemden ze: Rabarberbarbarabarbarbarenbaarden. En de barbier die die lange baarden moest knippen was de: Rabarberbarbarabarbarbarenbaardenbarbier!

 

Dodaj komentarz

Twój adres e-mail nie zostanie opublikowany. Wymagane pola są oznaczone *