1 Je niest niet als je niet niest Hansje hijgde hijgend van het harde hollen Grote grutte wat een grote grot is dat Bruine beren bibberen buiten in het bruine berenbos
2 Kriegelig kocht Krelis kilo’s kruimige krieltjes.
3 In Lekkerkerk staat een kerker. Ik bedoelde de erker van de kerk van de kerker: Dit is de LEKKERKERKERKERKERKERKERKER.
4 Als een schijtluis in een schuithuis schijt heb je een schijthuis vol met schijtluisschijt.
5 Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug.
6 De krolse kat krabt de krullen van de trap
7 Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping