1 De postkoetskoetsier poetst de roest van de postkoets met een roestpoetsdoek
2 Als jouw teckel mijn teckel tackelt, tackelt mijn teckel jouw teckel terug.
3 Als de kakkerlak in de kattebak kakt, zit de kattebak vol met kakkerlakkenkak
4 Als een potvis in een pispot pist heb je een pispot vol met potvispis.
5 Liesje leerde Lotje lopen langs de lange lindenlaan, maar Lotje wou niet leren lopen dus liet Liesje Lotje staan.
6 Visser Frits vist verse vissen, verse vissen vist visser Frits.
7 Een platte plak bakbloedworst
8 Ruud Rups raspt rap rode ronde radijsjes
9 Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet
10 Blubberige bibberige bipsen bibberen blubberig (deze heeft mijn dochter bedacht).