Dziś mamy dla Was obiecane przykłady z użyciem ik, mijn i mij …. 🙂 i extra ćwiczenie. Wyjaśnienia gramatyczne znajdziecie na blogu w dziale: lekcja holenderskiego / gramatyka czyli TU
Dit is mijn boek. – To jest moja książka.
Waar is jouw/je boek? – Gdzie jest Twoja książka?
Hoe vind je ons nieuwe huis? – Co uważasz o naszym nowym domu?
Nee, mijn moeder is nog ziek. – Nie, moja mam jest jeszcze chora.
Is dit potlood van jou? – Ten ołówek jest Twój?
Ik vind haar een leuke vrouw. – Uważam, że ona jest fajną kobietą.
Ik heb het hun verteld. – Powiedziałem im.
Hoe gaat het met jullie? – Co u Was słychać?
Ik geef hem een zoen. – Dałam mu całusa.
Dat is niet moeilijk voor ons. – To nie jest trudne dla nas.
* * *
Ćwiczenie:
Należy wpisać odpowiednie formy tak jak podano w przykładzie:
…. heb een boek. -> Dat is … boek. -> Het is niet van … JA .
IK heb een boek. -> Dat is MIJN boek. -> Het is niet van MIJ.
- … hebt ook een fiets. -> … fiets is groen. -> De fiets is van … TY
- … heeft een foto. -> Het is … foto. -> Die foto is van … ONA
- … hebt een papier. -> Het is … papier. -> Dat papier is van … . PANI
- … heeft de blaadjes. -> Het zijn … blaadjes. -> Deze blaadjes zijn van … ON
- … hebben een lokaal. -> Het is … lokaal. -> Dit lokaal is van … MY
- … hebben een auto. -> Dat is … auto. -> Die auto is van … WY
Odpowiedzi jak zwykle pojawią się pod koniec tygodnia. Życzymy Wam powodzenia.
Pozdrawiamy
TEAM LEKCJA HOLENDERSKIEGO
P.S. Dajcie znać czy chcecie aby częściej pojawiały się tego typu ćwiczenia na blogu.
Poniżej znajdziecie odpowiedzi do zadania:
JIJ hebt ook een fiets. -> JOUW/JE fiets is groen. -> De fiets is van JOU/JE TY
ZIJ heeft een foto. -> Het is HAAR foto. -> Die foto is van HAAR ONA
U hebt een papier. -> Het is UW papier. -> Dat papier is van U . PANI
HIJ heeft de blaadjes. -> Het zijn ZIJN blaadjes. -> Deze blaadjes zijn van HEM ON
WIJ hebben een lokaal. -> Het is ONS lokaal. -> Dit lokaal is van ONS MY
JULLIE hebben een auto. -> Dat is JULLIE auto. -> Die auto is van JULLIE WY